Maandagmiddag 24 juni 2019 was er een landelijke storing bij KPN waardoor – naast veel personen, organisaties en diensten – 112 niet bereikbaar was. De veiligheidsregio’s schaalden op. De brandweer bemenste zoveel mogelijk kazernes en er waren veel hulpverleners op straat om de gevolgen van de storing van alarmlijn 112 te beperken. Verschillende veiligheidsregio’s zetten NL Alert in. Dinsdag 25 juni gaf voorzitter Veiligheidsberaad Hubert Bruls een eerste reactie namens de veiligheidsregio’s op de gang van zaken tijdens de crisis.
De voorzitter gaf in zijn eerste reactie aan dat hij bij een landelijke crisis een landelijke aanpak logisch vindt en dat hij hier een rol weggelegd ziet voor het Nationaal Crisiscentrum: iedere veiligheidsregio pakte de crisis toch nét even anders op – wat logisch is vanuit de eigen veiligheidsregio’s – en met een nationale aanpak had dit strakker geregeld kunnen worden. Met name de inzet van NL Alert. Het Veiligheidsberaad gaat de gang van zaken evalueren met de minister van Justitie en Veiligheid tijdens het Veiligheidsberaad op 24 september.
Aansluiting regionale en landelijke crisisstructuur
Snelle bovenregionale en nationale besluitvorming, afgestemde handelingsperspectieven en een gecoördineerd gebruik van NL-Alert vragen volgens de veiligheidsregio’s om verbetering. Het is gebleken dat het stelsel van de regionale crisisstructuren veel sneller operationeel is dan de nationale crisisstructuur.
Bruls: “In het overleg met mijn collega-bestuurders van het Veiligheidsberaad en ons overleg met de minister bespreek ik graag hoe de nationale crisisstructuur beter kan aansluiten op de snelheid van de regionale structuur. Zodat bij een volgende landelijke crisis de landelijke coördinatie snel opgepakt kan worden. Ondertussen ga ik mijn collega-bestuurders voorstellen om het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) te vragen onderzoek te doen naar de inzet van de veiligheidsregio’s tijdens de uitval van 112 en aanbevelingen te doen aan de regio’s. Hierbij zal ook de inzet van NL-Alert worden onderzocht, zowel regionaal als in samenhang met de landelijke berichtgeving.”