In opdracht van het Veiligheidsberaad heeft de Raad Directeuren Veiligheidsregio het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) gevraagd een onderzoek uit te voeren naar de verantwoordelijkheid voor en hoe ver de rol van de overheid reikt bij de zorg aan verminderd zelfredzamen tijdens een ramp of crisis. Op 3 april 2019 sprak ook de bestuurlijke adviescommissie GHOR van het Veiligheidsberaad over de uitkomsten van het onderzoek ‘Verminderd zelfredzamen ten tijde van rampen en crises: de overheid een zorg?’

 

Reguliere structuren basis voor crisissituaties

De auteurs van het rapport, onderzoeker Crisisbeheersing Marije Bakker en lector Crisisbeheersing Menno van Duin, presenteerden de resultaten aan de bestuurlijke adviescommissie GHOR. Marije Bakker was positief over de reacties van de commissie: “In het algemeen waardeerden de bestuurders de nuchtere kijk op het thema. Zij vonden het verstandig dat de aanbevelingen verwijzen naar de bestaande werkwijzen en structuren en dat het creëren van een nieuwe organisatie of nieuw protocol niet zinvol is.” Voor verminderd zelfredzamen is al veel geregeld buiten crisissituaties. Sluit daarop aan, is het advies. Dat heeft niet alleen dagelijkse voordelen, maar ook in crisissituaties. Het rapport concludeert dat het niet zo zinvol is om extra inspanning te leveren voor situaties die sporadisch voorkomen. Lever dan een inspanning voor deze groepen waar ze dagelijks voordeel aan hebben – en daarmee ook in een bijzondere situatie. Bovendien blijkt dat vertrouwd kan worden op de hulpverleners van onder andere de veiligheidsregio’s en zorginstellingen. Zij zijn over het algemeen goed in staat zorg te verlenen aan verminderd zelfredzamen in dergelijke situaties.

 

Praktijksituaties helpen bij de bewustwording

“Vaak wordt bij verminderd zelfredzamen onmiddellijk aan ouderen gedacht. Maar de groep verminderd zelfredzamen is heel divers. Dat bleek bij de aanslag in Utrecht vorige maand. Deze crisissituatie maakte duidelijk dat de crisiscommunicatie voor personen met een gehoorbeperking nog niet toereikend is,” vertelt Marije Bakker. Bij verminderd zelfredzaamheid moet men ook denken aan kinderen, personen met een lichamelijke of verstandelijke beperking, anderstaligen en personen in instellingen zoals gevangenissen of ziekenhuizen. Bovendien is elke crisis anders: op een brand wordt anders gereageerd dan op stroomuitval of een terroristische aanslag.

 

Situatie en moment bepaalt zelfredzaamheid

Het rapport geeft aan dat vooraf geen eenduidig antwoord gegeven kan worden op de vraag wie verminderd zelfredzaam is. Dat is afhankelijk van het type crisis, de fase van een crisis en factoren die de mate van zelfredzaamheid kunnen beïnvloeden, zoals het sociale netwerk, de woonsituatie en ondersteuning vanuit zorg en/of overheid. Afhankelijk van de situatie en het moment is er altijd sprake van een bepaalde mate van zelfredzaamheid. Veel verminderd zelfredzamen zijn beduidend zelfredzamer dan wordt verondersteld, terwijl ook veel zelfredzamen in bepaalde situaties minder zelfredzaam zijn dan verondersteld, bijvoorbeeld doordat de informatie niet aankomt.

 

Focus op communicatie en bewustwording

Het Veiligheidsberaad roept op om de zorg voor verminderd zelfredzamen regionaal op te pakken en hierbij zoveel mogelijk gebruik te maken van de huidige (crisis)systemen. Bewustwording en juiste communicatie zijn de belangrijkste aspecten, waarbij de volgende aanbevelingen zijn gegeven:

Het rapport draagt bij aan de bekendheid en bewustwording van het onderwerp. Marije Bakker memoreert aan één van de gehoorde reacties na haar presentatie. Daarbij gaf een bestuurder aan: “Goed dat ik dit nu weet. Ik houd in het achterhoofd dat ik wellicht voor verminderd zelfredzamen iets extra’s moet doen.”

Het gehele rapport is te lezen op de website van het Instituut Fysieke Veiligheid.

Recommended Posts