Op 18 maart jl. kwam het Veiligheidsberaad samen om onder meer te praten over klimaatveiligheid, PTSS bij personeel van veiligheidsregio’s, vrijwilligheid bij de brandweer en het belevingsonderzoek brandweer dat volgend jaar gepland staat.
Klimaatveiligheid
KNMI-directeur Maarten van Aalst was te gast om te duiden hoe de verschillende klimaatscenario’s van invloed kunnen gaan worden op het werk van de veiligheidsregio’s. De heer Van Aalst schetste de klimatologische veranderingen in de komende jaren. Ook sprak hij de wens uit voor het verbeteren van de samenwerking met de veiligheidsregio’s. Dat zou kunnen op het gebied van advisering, maar ook in praktische zin. Als voorbeeld noemde hij dat uit verzamelde data blijkt dat er meer opstootjes ontstaan bij hitte. Dus burgemeesters zouden een hittewaarschuwing vooraf kunnen krijgen, zodat er op voorhand maatregelen getroffen kunnen worden. De heer Van Aalst riep de 25 voorzitters van de veiligheidsregio’s op, om het gesprek in de samenleving over klimaatverandering te blijven voeren en het terugdringen van CO2-uitstoot hoog op de politieke agenda te houden. Klimaatveiligheid-portefeuillehouder Jan Hamming zegde toe te zullen inventariseren welke positie de veiligheidsregio’s en het Veiligheidsberaad in de advisering zouden willen innemen en wie daar verder bij betrokken zouden moeten worden. De komende periode wordt benut om dit verder uit te werken, in het kader van de Strategische agenda 2024-2027, waar dit thema onderdeel van uitmaakt.
PTSS
Een ander belangrijk bespreekpunt in dit overleg was de mentale gezondheid van het personeel van de veiligheidsregio’s. Jack Mikkers, portefeuillehouder Brandweer in het Veiligheidsberaad, leidde de bespreking in, met te zeggen dat de veiligheidsregio’s vanuit goed werkgeverschap een grote behoefte voelen om meer eensluidend om te gaan met uitval van personeel door PTSS. Vervolgens vertelde de heer Wim Kleinhuis namens de Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio (RCDV) hoe er al gewerkt wordt aan een landelijke regeling PTSS. Deze regeling zou moeten voorzien in gelijke behandeling van PTSS bij beroepskrachten en brandweervrijwilligers en het stroomlijnen en uniformeren van het proces bij uitval door PTSS. Hierbij moet wel, ruimte blijven voor maatwerk door de veiligheidsregio’s. De RCDV erkent dat ‘zich in de uitvoering van het werk bij de veiligheidsregio’s heftige confrontaties kunnen voordoen, die kunnen leiden tot PTSS en in alle redelijkheid kunnen worden gekwalificeerd als een beroepsziekte’. Het Veiligheidsberaad schaarde zich dan ook achter dat statement van de RCDV. Omdat PTSS onafhankelijk moet worden vastgesteld door een instantie met trauma-expertise, werd gepleit voor decentrale locaties voor diagnostisering, zodat mensen dichtbij huis terecht kunnen. Het Veiligheidsberaad heeft de RCDV aangeraden om gezamenlijk met andere hulpverleningsdiensten zoals de politie op te trekken, zodat geprofiteerd kan worden van elkaars expertise. In een extra vergadering die volgde op het reguliere Veiligheidsberaad werd staatssecretaris Van der Burg op de hoogte gebracht van de ontwikkelingen op dit thema. De heer Van der Burg verving minister Yeşilgöz van Justitie en Veiligheid. Zij heeft het Veiligheidsberaad gevraagd haar te informeren over de manier waarop veiligheidsregio’s zorgen voor duurzame inzetbaarheid van brandweermensen en het mentale en fysieke welzijn van medewerkers.
Afsluiting Programma Vrijwilligheid
De heer Marco Out zwaaide af als portefeuillehouder Vrijwilligheid. In de afgelopen jaren zijn er acht onderzoeken gedaan om een antwoord te geven op de vraag of er nog toekomst is voor vrijwilligheid bij de brandweer. Het antwoord is ja, zo luidt de conclusie. Maar hiervoor is het wel nodig om anders naar de vrijwillige brandweer te kijken. Het vraagt om maatwerk, aandacht en steun voor brandweervrijwilligers en de beeldvorming verdient aandacht. Want werkgevers en potentiële brandweervrijwilligers hebben de onterechte angst dat ze meer branden moeten gaan blussen, dan dat ze aan hun hoofdbaan toekomen en het tegendeel is waar. In een presentatie van de onderzoeksresultaten legde de heer Fred Heerink namens de RCDV uit dat in Nederland 80% van de brandweermensen vrijwilliger is en dat zij dus voor een groot deel de slagkracht van de brandweer bepalen. “Deze mensen voelen een sterk moreel besef om iets te doen voor de gemeenschap. Dat is zoals het model nu werkt. Een ander model, met minder uniforme eisen, schept ruimte voor meer differentiatie. Die ruimte is nodig om vrijwilligheid voor de toekomst te behouden,”, aldus de heer Heerink. Het Veiligheidsberaad heeft vervolgens decharge verleend aan de stuurgroep Vrijwilligheid waarmee het programma tot een eind is gekomen. Wel zal er nog een campagne over vrijwilligheid worden georganiseerd en vinden er nog sessies plaats in het land om de resultaten van het programma toe te lichten.
Verkenning naar Belevingsonderzoek repressief brandweerpersoneel 2025 kan van start
Een laatste belangrijk punt op de agenda was het voorstel aan het Veiligheidsberaad om te verkennen wat de juiste onderzoeksmethoden zijn voor het Belevingsonderzoek repressief brandweerpersoneel 2025. De bedoeling is om dit onderzoek volgend jaar voor de derde keer af uit te voeren onder brandweerpersoneel. De afgelopen twee onderzoeken leverden interessante inzichten op en lieten zien dat het onderzoek meerwaarde heeft. Toch is er ruimte voor verbetering in de onderzoeksmethoden, zodat de resultaten nog accurater worden voor de veiligheidsregio’s. In het Programma Vrijwilligheid is goede ervaring opgedaan met kwalitatieve onderzoeksmethoden. Een nog in te stellen stuurgroep onder leiding van de heer Jan Seton (burgemeester Borger-Odoorn, lid van de Bestuurlijke Adviescommissie Brandweer) zal deze verkenning naar onderzoeksmethoden uitvoeren.
Naast bovenstaande punten is ook het onderwerp PFAS kort aan de orde geweest in relatie tot brandweerkazernes en concentraties in het bodemoppervlak. Hierover is afgesproken dat de RCDV zal worden verzocht dit onderwerp nauwlettend te volgen.