Maandag kwamen de voorzitters van de veiligheidsregio’s bijeen voor een Veiligheidsberaad met minister Brekelmans van Defensie en Van Oosten van Justitie en Veiligheid. Het centrale thema was de toekomst van de civiel-militaire samenwerking.
Eerder dit jaar gaf de Algemene Rekenkamer al een presentatie over haar onderzoek naar de derde hoofdtaak van de krijgsmacht. Daaruit werd duidelijk dat de focus van Defensie steeds meer verschuift naar hoofdtaak 1: de verdediging van eigen en NAVO grondgebied. Dat betekent dat Defensie minder beschikbare capaciteiten heeft en de ondersteuning aan onder andere de veiligheidsregio’s onder druk komt te staan. Er is toen afgesproken dat het gesprek een vervolg zou krijgen met de minister van Defensie.
‘De veiligheidsregio’s werken al jaren constructief samen met Defensie en we kunnen rekenen op bijstand bij rampen en crises’, stelde voorzitter Hein van der Loo van het Veiligheidsberaad. ‘De geopolitieke context is wel veranderd, en daardoor ook de prioriteiten van Defensie. Dat is begrijpelijk. Het is goed te constateren dat de urgentie wordt gevoeld. Daarom is afgesproken dat we starten met een gezamenlijke agenda voor Defensie en de veiligheidsregio’s.’
Portefeuillehouder crisisbeheersing Hubert Bruls gaf aan dat het belangrijk is om met Defensie de wederzijdse verwachtingen helder te krijgen. Hij legde de nadruk op de toekomstige uitdagingen. ‘Defensie moet zich begrijpelijkerwijs meer op het buitenland richten, maar tegelijkertijd nemen ook de binnenlandse dreigingen toe. Veiligheidsregio’s én Defensie moeten over en weer duidelijk krijgen welke capaciteiten straks wél of niét beschikbaar zijn. En hoe gaan we bijvoorbeeld om met personeelsschaarste waarbij Defensie en de veiligheidsregio’s in dezelfde vijver vissen?’
Minister Brekelmans ging nader in op de taken van Defensie, namelijk de paraatheid ter verdediging van het NAVO-bondgenootschap en de hulp in Nederland bij rampen en crises. ‘We werken nu toekomstscenario’s uit, maar welke afspraken dan nodig zijn moeten we in gezamenlijkheid oppakken. Daarom is het van belang om met de 25 veiligheidsregio’s te bespreken hoe we samen deze taken uitvoeren en onze weerbaarheid verhogen.’ Hij omarmde het idee om hiertoe een versnellingsslag te maken en om samen met het Veiligheidsberaad en Justitie en Veiligheid aan de slag te gaan met een gezamenlijke agenda.
Minister van Oosten sprak over de relatie met het bredere thema weerbaarheid en de binnenkort te lanceren Denk vooruit-campagne. ‘Het is belangrijk dat we naast militaire paraatheid ook inzetten op civiele paraatheid. Met de campagne willen we de bewustwording verder versterken: niet vanuit angst, maar juist om mensen handelingsperspectief te geven.’
