Op 18 maart heeft het Veiligheidsberaad met staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Van der Burg de opvang en actuele knelpunten ten aanzien van Oekraïense ontheemden besproken aan de hand van vier recente ontwikkelingen:

  1. Het tekort aan opvangplekken, waardoor de hub in Utrecht op 27 februari moest sluiten;

  2. De beëindiging van de opvang voor derdelanders na 4 maart;

  3. Maatregelen die het Rijk wil nemen t.a.v. versobering financiële regelingen voor ontheemden (zoals een eigen bijdrage);

  4. De instroom van Oekraïense ontheemden wijzigt: er komen steeds meer mannen naar Nederland om te werken, waar vroeger de instroom voornamelijk bestond uit vrouwen en kinderen.

De staatssecretaris heeft aan het Veiligheidsberaad gevraagd meer gemeentelijke opvangplekken te realiseren voor Oekraïense ontheemden, zodat er 97.000 opvangplekken beschikbaar zijn en ook in de toekomst vluchtelingen uit Oekraïne opgevangen kunnen worden. Het Veiligheidsberaad heeft hierop aangegeven zich te blijven inspannen voor nieuwe opvangplekken. Eerder hebben de veiligheidsregio’s samen met gemeenten 92.000 opvangplekken gerealiseerd.


‘Oekraïners die de oorlog ontvluchten en naar Nederland komen, moeten op zijn minst tijdelijk opgevangen kunnen worden. Op dit moment krijgen ze gratis onderdak, zorg en leefgeld terwijl ze mogen werken. We zien dat door onze voorzieningen voor vluchtelingen we een aantrekkelijk land zijn om naar toe te komen. Maar het absorptievermogen van Nederland kent grenzen en dit leidt tot verminderd draagvlak.’

 
Achtergrond 
Het Veiligheidsberaad heeft de bestuurlijke coördinatie van de opvang ontheemden uit Oekraïne. Dit blijft zo tot aan het moment dat de Tijdelijke wet ontheemden uit Oekraïne in werking treedt. Eerder nam de Tweede Kamer de wet aan. Deze wet ligt nu ter behandeling in de Eerste Kamer.

Aanbevolen berichten